Amnesty in cijfers
door Joop Heij
Aan de macht van het getal kan geen enkele organisatie ontsnappen. Daarom is Amnest onlangs met een flinke hoeveelheid statistisch materiaal op de proppen gekomen. Verheugd kunnen wij u melden dat het goed gaat met Amnesty. In 1987 is het totale ledental met 150.000 gegroeid tot 670.000. Maar bij de intrpretatie van de cijfers schuilt wel een addertje onder het gras.
Hoewel niet precies duidelijk is in hoeveel landen Amnesty leden heeft, staan in zo’n zeventig landen actieve groepen geregistreerd. Opvallend is dat Amnesty nog steeds voor 90% wordt gedomineerd door West-Europa en Noord-Amerika. Wel staat vast dat de groei er daar inmiddels een beetje uit is en dat de rest van de wereld de achterstand langzaam inloopt. In sommige landen is er zelfs sprake van enige achteruitgang (Noorwegen, Zwitserland, Frankrijk).
Wie vraagt naar koplopers en hitlijsten – een haast onuitroeibare gewoonte – krijgt verschillende, soms verrassende antwoorden. Het hangt er maar vanaf waar je naar kijkt.
Voor het totale ledental, inclusief donateurs,is de volgorde:
- de VS (446.000)
- Nederland (111.893)
- Engeland (39.900)
Voor het aantal groepen is dat:
- Duitsland (605)
- Frankrijk (422)
- Nederland (421)
Kijken we naar het aantalactieve leden, dan wordt het:
- de VS (48.398)
- Zweden (12.700)
- Canada (12.600)
Uiteraard zeggen dergelijke absolute getallen weinig. Interessanter is het te kijken naar het aantal leden per het aantal inwoners. Dan ziet de lijst er al heel anders uit:
- Faer Oer (1 op 59)
- Nederland (1 op 165)
- Noorwegen (1 op 194)
- Dit in vergelijking met de VS (1 op 1424)
De top drie voor het aantal groepen per aantal inwoners luidt:
- Noorwegen (1 op 19.300)
- Faer Oer (1 op 21.000)
- Zweden (1 op 25.600)
- In vergelijking met Nederland (1 op 34.900) en de VS (1 op 715.000)
Overigens wordt Nederland (1 lid op 165 inwoners) als standaardmaat gehanteerd voor de potentiële groei van het aantal leden in de toekomst.
Nu zult u geneigd zijn te denken dat Nederland het er binnen Amnesty erg goed van af brengt. Toch is er geen enkele reden ons op de borst te kloppen, zoals blijkt uit de tabel waarin het percentageactieve leden per land is vermeld.Dat levert dan een volkomen ander beeld op:
- Zwitserland (51,8%)
- Australië (34,5%)
- Zweden (34,2%)
In deze rangschikking vinden wij Nederland terug op de allerlaatste plaats, met slechts 11,4% actieve leden.
Uit de cijfers blijkt verder dat het verloop onder de leden gemiddeld 20% is. Dat is in Nederland onder groepsleden zelfs 25%, wat problemen oplevert bij de werving en training van nieuwe leden.
(Wordt Vervolgd, jaargang 22, nummer 2, februari 1989)