Van ledenblaadje naar glossy
door Joop Heij
“Toen ik een paar jaar geleden de Nederlandse sectie bezocht was ik behoorlijk onder de indruk. Alles zag er zo professioneel uit. Heel anders dan bij ons in Kopenhagen.” Dit zegt Morten Haahr, hoofdredacteur van ‘Amnesty’, de ‘Wordt Vervolgd’ van de Deense sectie. Amnesty Denemarken heeft de achterstand snel weggewerkt en een voorsprong genomen. De ‘gemengd-bestel’-discussie is er vrijwel overgeslagen. Deense werklozen mochten namelijk tot voor kort geen vrijwilligerswerk doen.
Sinds twee jaar zit Amnesty Denemarken in een statig pand aan de Dyr K∅b, een kerkplein in het centrum van Kopenhagen. Het lijkt wel wat op het Nederlandse hoofdkwartier aan de Keizersgracht, alleen een maatje kleiner.
Bij het bestijgen van de trap naar de voordeur komen we bijna in botsing met een dame die met een bekertje koffie naar buiten loopt. Het is de eigenares van de antiekzaak in het souterrain. Ze woont ook in het gebouw, op de bovenste verdieping. Het tussenliggende gedeelte is in handen van Amnesty.
In de receptie zitten twee oudere dames druk te telefoneren. Aan de muren de bekende maar ook onbekende affiches en rekken met foldermateriaal; de receptie doet ook dienst als Amnesty-winkel.
Na een paar minuten duikt Morten Haahr op. We moeten een paar trappen op want er is geen lift. Later zal Morten ons rondleiden, maar de paar blikken die we links en rechts in vertrekken kunnen werpen, onthullen een opvallend groot aantal oudere menen. Al spoedig zal blijken waarom.
Jonge honden
Morten Haahr haalt een paar nummers van Wordt Vervolgd te voorschijn en legt ze naast Amnesty. “We hebben zelfs een keer een artikel uit Wordt vervolgd overgenomen, een stuk over een Nederlandse politieman die deelnam aan de Amnesty-missie naar Zuid-Afrika.” De bladen lijken uiterlijk wel wat op elkaar. “Net als Wordt Vervolgd zijn we eind vorig jaar begonnen met glossy. Voor die tijd leek het meer op een verenigingsblaadje.” Hij pakt ook nog wat oude nummers van wat toen nog ‘Amnesty Nyt’ (Amnesty Nieuws) heette. Ze zien er heel anders uit dan de oude Wordt Vervolgd: het papier is aanmerkelijk beter en er staan al (enigszins bleke) kleurenfoto’s in.
We wisselen gegevens uit hoe we onze bladen maken. Wordt Vervolgd werkt met twee betaalde krachten in een deeltijdbetrekking. Zij doen het bureauwerk; vrijwilligers schrijven de artikelen. Bij Amnesty gaat dat anders. Morten Haahr heeft een fulltime baan als hoofdredacteur en werkt voornamelijk met betaalde krachten. “De meeste artikelen worden geschreven door journalisten van andere bladen. Gelukkig weet ik ze zover te krijgen dat ze voor een vriendenprijsje schrijven. Aan het blad werken ook enkele jonge honden mee die nog carr~ere moeten maken en dat graag via ons willen proberen. Ik vind het noodzakelijk dat de artikelen door goede journalisten worden geschreven, want ik wil niet hebben dat er in het blad Amnesty-jargon komt te staan. Dat kunnen we ons helemaal niet permitteren, want Amnesty is er niet alleen voor de leden. Amnesty-Denemarken heeft 36.000 leden, maar onze oplage is 44.000. We hebben dus heel wat betalende abonnees die geen lid zijn. Daaronder zijn veel scholen, bibliotheken en allerlei organisaties.”
Een blik in de nieuwe bladen onthult dat er ook andere advertenties in staan dan van Amnesty alleen. “Dat wil nog wel eens gevoelig liggen. Soms is het ronduit controversieel wat we opnemen. Vooral de oudere lezers waren geschokt door de advertenties van de Landelijke Vereniging voor Homo’s en Lesbiennes, waarbij ook de T-shirts stonden afgebeeld die je als welkomstgeschenk krijgt wanneer je lid wordt. Maar als tegenwicht hebben we dan ook nog banken en verzekeringsmaatschappijen,” zegt Morten Haahr lachend.
Senioren
Al spoedig blijkt dat de geleverde kwaliteit niet de enige reden is voor het blad om niet met vrijwilligers te werken. Daar is de Deense overheid grotendeels verantwoordelijk voor. Morten: “Tot begin dit jaar was het werklozen zelfs verboden om vrijwilligerswerk te doen. Zij moesten zich ieder moment van de dag beschikbaar houden voor betaald werk. Een enkele keer hadden we hier wel eens een ‘geheime arbeidskracht’ of een paar studenten die altijd binnen de kortste keren weer verdwenen waren. Overigens maakt de vereniging wel graag gebruik van de diensten van gepensioneerden. Je hebt misschien al wel gezien dat we hier ruim voorzien zijn van senioren, die prima werk doen.”
Op het hoofdkwartier aan de Dyr K∅b werken nu zeventien fulltime stafkrachten en veertig vrijwilligers in onregelmatige diensten. Er wordt niet zoals in Nederland gewerkt met de eis dat een vrijwilliger zich voor minstens een jaar moet verbinden en twintig uur in de week moet werken.
Tijdens de rondleiding door het gebouw trekt het grote aantal bejaarde medewerkers inderdaad nogal de aandacht. Ook stuiten we op twee jongeren die met zware pakken papier door het trappenhuis zeulen. Het zijn twee dienstweigeraars die zijn aangetrokken om het zware werk te doen; er is immers geen lift.
Volgens Morten Haahr is de hoge leeftijd van de meeste vrijwilligers absoluut geen bezwaar voor de kwaliteit van het werk, integendeel. Maar het is volgens hem wel tekenend voor een algemeen probleem van Amnesty.
“Uit onderzoek blijkt dat in Denemarken het ledenbestand sterk aan het vergrijzen is, ook dat van de 150 lokale groepen. Als ik het wel heb is dit trouwens ook een probleem van andere secties. We proberen er nu alles aan te doen om te verjongen. We voeren veel acties op middelbare scholen en daarbij past het nieuwe jasje van ons blad heel goed. Er zijn nu 70 speciale groepen voor jongeren tussen de 17 en de 19. We hopen dat die later blijven hangen. Ons ledental stijgt weliswaar nog steeds, maar het aantal actieve leden is al zo´n zeven jaar stabiel. We moeten ook wel blijven werven, want jaarlijks zegt zo´n 15% van de leden het lidmaatschap op.”
Goede voet
Amnesty mag dan in Denemarken grenzen aan de groei zien, het heeft er enorm veel goodwill. Morten Haahr: “We hebben uitstekende contacten met de politieke partijen. Die zijn daar zelfs erg happig op. Onze conservatieve premier, Paul Schlåter, steunde zelfs de Amnesty-actie voor Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi door op de televisie een oproep te doen om brieven te schrijven. We zoeken steeds meer samenwerking met andere organisaties, zoals met de kerken bij de actie Church Aid. Overigens heeft Amnesty niet alleen goede contacten met andere organisaties, er komen zelfs nieuwe organisaties uit voort. Begin jaren zeventig kwam in Denemarken de allereerste medische beroepsgroep tot stand op initiatief van Inge Genefke. Een van de leden van het eerste uur was de uroloog Ole Rasmussen, die in 1980 de eerste medisch-adviseur van Amnesty in Londen werd. De Deense medische beroepsgroep hield zich van begin af aan bezig met de opvang van slachtoffers van martelingen. Met steun van Amnesty leidde dit in 1980 tot de oprichting, in Kopenhagen, van het ‘Rehabilitation Center for Torture Victims’ (RCT), dat onder leiding van medisch-directeur Inge Genefke uitgegroeid is tot een wereldberoemd behandelcentrum, met ‘filialen’ over de hele wereld. Vanuit het RCT werd later weer de International Council for Rehabilitation of Torture Victims (ICRT) gesticht, een invloedrijke lobby-organisatie onder leiding van Ole Jespersen, ex-minister van Justitie van Denemarken. Ook Ole Rasmussen is daar bestuurslid van.”
Gevraagd naar zijn verwachtigen voor de toekomst, zegt Morten Haahr: “Je zou kunnen zeggen dat we hier in een overgangsstadium verkeren. We zijn sterk aan het professionaliseren. Daarom hebben we ook als nieuwe voorzitter Bj∅rn Elmquist aangetrokken, voormalig parlementslid en een van de bekendste journalisten van Denemarken.”
(Wordt Vervolgd, jaargang 25 – nr. 7/8, juli/augustus 1992)