Victor Vernard Roberts snakt naar brieven
door Joop Heij
Bij een inbraak op 1 januari 1983 schoot Victor Vernard Roberts een vrouw dood. Twee maanden later werd hij ter dood veroordeeld. Hij ontkent niet dat hij schuldig is aan de dood van de vrouw, wel dat er sprake was van moord met voorbedachten rade. Victor schreef Amnesty Nederland een lange brief en een artikel. In zijn Amerikaanse dodencel snakt hij naar een teken van leven van anderen.
Kan een mens zich de voltrekking van zijn eigen doodvonnis indenken? Denken aan de dood is iets wat de meesten van ons bij voorkeur zo ver mogelijk van zich afschuiven. Zeker wanneer het onze eigen dood betreft. En daar hebben we volgens psychologen groot gelijk in, want met een constante fixatie op de dood valt niet te leven. Wij alen kennen de korte momenten van angst, maar gaan gauw over tot de orde van de dag. Wie dit niet kan wordt ziek genoemd, en krijgt het zwaar te verduren. Zelfs mensen die te horen hebben gekregen dat zij ongeneeslijk ziek zijn en dus ten dode opgeschreven, schijnen zich automatisch aan dit permanente besef te moeten onttrekken. Tegen wil en dank scheppen zij toch vreugde in hun familie- en vriendenkring of in hun bezigheden. Bovendien is het precieze tijdstip van hun einde, zij het dichterbij dan voor anderen, geheel ongewis. En er is altijd de hoop op een wonder, die men tegen beter weten in kan blijven koesteren.
Geen medelijden
Voor Victor Vernard Roberts gaan voorgaande overwegingen niet op. Voor hem is er geen orde van de dag om toe over te gaan. Het dag in dag uit onder ogen zien van zijn dood is zijn orde van de dag. Een orde van de dag die al negen lange jaren duurt. In zijn brieven aan Amnesty, die te lang zijn om in hun geheel in Wordt Vervolgd op te nemen, probeert Victor duidelijk te maken wat het is om zo te moeten leven, of liever existeren. Want als leven voelt hij het niet. Daarnaast probeert hij uit te leggen hoe hij tot zijn daad is gekomen. Hij erkent zijn schuld en heeft spijt van zijn daden, maar wil tegelijkertijd begrip vragen voor voor zijn daden en voor de onmenselijke positie waarin hij terecht is gekomen. Daarbij beseft hij maar al te goed dat zijn zaak er slecht voor staat: hij heeft iemand doodgeschoten en hoeft in een land waar de meeste mensen vóór de doodstraf zijn, niet op medelijden te rekenen. Medelijden wil hij dan ook niet, wel menselijk contact met de wereld buiten zijn cel.
Asociaal gedrag
Het leven van Victor Vernard Roberts is welhaast een klassiek voorbeeld van de jonge zwarte veroordeelden in de Amerikaanse dodencellen. Zijn geschiedenis is één aaneenschakeling van ellende,mishandeling en gebrek aan liefde en opvoeding. Op zijn tiende jaar wordt hij zo ernstig mishandeld dat hij een been breekt. Daarna loopt hij regelmatig van huis weg omdat hij voortdurend door zijn beide ouders wordt geslagen. Honger en gebrek aan onderdak dwingen hem echter naar huis terug te keren, waar hernieuwde mishandelingen leiden tot volgene ewglooppogingen (in totaal wel vijftien keer). Als hij twaalf jaar oud is komt hij in het Georgia Regional Hospital terecht. Xijn moeder klaagt daar over zijn asociale gedrag en over zijn wegloopneigingen. In een poging thuis weg te kunnen blijven en elders opvang en onderdak te vinden, klaagt hij zijn ouders aan wegens mishandeling. Bovendien beschuldigt hij ze van het gebruik van en de handel in marihuana. Maar niemand wil hem geloven en men stuur hem weer naar huis terug. Van zijn dertiende tot zijn zeventiende jaar leeft Victor praktisch op straat om maar niet thuis te hoeven zijn. Hij houdt zich in leven met diefstalletjes en inbraken, een leefwijze die zich ontwikkelt tot zijn normale gedragspatroon.
Nooit bezoek
De gewenning leidt langzaam tot verharding en als hij op 1 januari 1983 door een vrouw betrapt wordt bij een inbraak schiet hij haar dood, in paniek zoals hij zelf zegt. Hij ontkent ten stelligste dat hij de bedoeling had haar te vermoorden en zegt dat er sprake was van een ongeluk. Een ongeluk dat hij ten zeerste betreurt. Hij zegt ook dat hij bij het proces geen eerlijke kans heeft gehad, omdat hij een slechte advocaat had die hem slecht verdedigde. En dat de jury hem in vliegende vaart binnen een paar maanden na zijn daad veroordeelde tot de dood. Naar zijn zeggen zijn bij zijn proces zijn miserabele jeugd en twijfels aan de opzettelijkheid van de schietpartij, op gen enkele manier in de overwegingen betrokken. Hoe dit ook zij, sinds negen jaar zit Roberts on death row te wachten op de voltrekking van zijn doodstraf. Zijn vrienden en familie hebben hem totaal laten vallen en daarom krijgt hij nooit bezoek. De enigen met wie hij te maken heeft zijn zij die beroepshalve in de gevangenis verkeren. Deze volstrekte eenzaamheid, de onzekerheid over het tijdstip van de voltrekking van zijn vonnis en de zekerheid dat dit gaat gebeuren, maken hem gek. Het betekent dat hij zijn gedwongen gerekte leven zo niet aankan en dat hij daarbij hulp van buitenaf nodig heeft. Daarom richt hij zich tot de leden van Amnesty Nederland, ook omdat hij gehoord heeft dat de mensen hier in meerderheid afwijzend staan tegenover de doodstraf. Hij doet een beroep op mensen om hem te schrijven, niet uit medelijden, zoals hij zelf zegt, maar omdat hij wil weten en voelen of zijn leven toch nog enige zin heeft gehad. Hij zoekt naar bewijzen van het bestaan van vriendschap en menselijkheid in deze wereld.
Lees hier de brief van Victor Vernard Roberts aan Amnesty: De werkelijkheid van de dodencel
Extra informatie
Wij vroegen een deskundige uit de forensische psychiatrie welke straf een vergelijkbaar geval in Nederland zou hebben opgeleverd. In dit geval komen twee mogelijkheden in aanmerking:
- Gekwalificeerde doodslag (vergelijkbaar met moord met voorbedachten rade): hiervan is sprake wanneer de dader iemand opzettelijk om het leven brengt die het bereiken van zijn doel in de weg staat, bijvoorbeeld doordat hij toevallig voor een kluis staat. De maximumstraf is dan 20 jaar gevangenis.
- Doodslag (zonder voorbedachten rade): hiervan kan sprake zijn wanneer de dader betrapt wordt en er een worsteling ontstaat die min of meer per ongeluk met een dodelijk slachtoffer eindigt. De maximumstraf is dan 15 jaar gevangenis.
Hierbij dient men te bedenken dat de maximumstraf alleen wordt uitgesproken als het vaststaat dat de dader planmatig handelde en bij zijn volle verstand was.In het nadeel van een verdachte is altijd het feit dat hij zich van te voren bewapend heeft. Het meenemen van een wapen maakt de kans op gebruik ervan groot.
Tijdens de rechtszaak wordt verder gekeken of er verzachtende omstandigheden zijn. Die kunnen liggen in de slechte jeugd of de beroerde levensomstandigheden van de dader. In dat geval wordt al snel geoordeeld dat een dader niet helemaal toerekeningsvatbaar was. In het geval van Victor Vernard Roberts lijkt het waarschijnlijk dat hij hier veroordeeld zou zijn wegens doodslag, gepleegd in een toestand van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Zijn straf zou waarschijnlijk uitkomen op vier tot zes jaar cel met aansluitend zes jaar terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging.
De TBS kan verlengd worden zolang de behandelende instantie dat nodig acht. In totaal zou de dader in Nederland voor minimaal 10 tot 12 jaar uit de roulatie zijn.
(Wordt Vervolgd, jaargang 25 – nr. 2, februari 1992)