Wordt Vervolgd – Landbouwgrond in gepikt

Ch’ol- en Tzeltal-indianen protesteren

door Joop Heij

Mexico (zestig keer Nederland, 84 miljoen inwoners) herbergt 9 miljoen arme indiaanse boeren, die net als hun voorouders gemeenschappelijk de landbouwgrond (ejidos) rondom hun dorpen (comunidades) bebouwen. Hun recht op de grond is vastgelegd in de grondwet van 1917 (art. 27), en dat is de grootgrondbezitters een doorn in het oog.

 

De traditionele landbouwwijze van de indianen en hun coöperaties zijn volgens de grootgrondbezitters (caciques) in deze moderne tijd een aanfluiting. De vruchtbare grond zou zoveel meer kunnen opbrengen. Sommige caciques hebben, vaak met steun van plaatselijke autoriteiten, gewoon de grond ingepikt die de indianen al generaties lang in bezit hebben. Zij gebruiken daarbij pistoleros (huursoldaten), die de boeren eerst bedreigen, en als dat niet helpt, overgaan tot plundering, brandstichting en moord.

De laatste jaren zijn de indianen zich gaan organiseren om zich beter tegen de intimidatie en terreur te kunnen verzetten. Hun geweldloze demonstraties tegen het onrecht leiden echter tot gewelddadige reacties van de plaatselijke autoriteiten. De meestye gewelddadigheden vinden plaats in de zuidelijke buurstaten Oaxaca en Chiapas. Amnesty heeft de afgelopen jarenverschillende rapporten uitgebracht over bruut optreden tegen indianenvolken als de Triqui, de Zapotec en de Mixe.

tzeltalmex
Tzeltal indigenas
Vredesmars

Het laatste Amnesty-rapport behandelt het optreden tegen een sitdown-demonstratie van Ch’ol- en Tzeltal-indianen in de staat Chiapas in december 1991. Indiaanse activisten protesteerden voor het gemeentehuis van de beroemde Maya-ruïnestad Palenque tegen het aanhoudende onrecht. Politietroepen sloegen na een paar dagen de demonstratie uiteen, arresteerden 103 mensen en vernielden of roofden hun bezittingen. De meeste mensen werden na enkele dagen weer vrijgelaten, maar bleken gemarteld en met de dood bedreigd te zijn. Acht van hen kwamen pas eind januari vrij, nadat de Nationale Mensenrechtencommissie zich ermee had bemoeid. De laatste arrestant, die op valse gronden van moord was beschuldigd, kwam in april vrij. In die tijd hielden 250 uit dorpen rond Palenque een Mars voor de Vrede naar Mexico-Stad, een afstand van 1200 kilometer.

Amnesty hamert er al tijden op dat er een eind moet komen aan de gewoonte de schuldigen van de misdaden tegen de indianen ongestraft te laten. Een herziening van artikel 27, in februari dit jaar, waarin is bepaald dat het land van de indianen voortaan ook verkocht mag worden, geeft nog meer reden tot ongerustheid. Deze bepaling is een uitnodiging tot misbruik van de kant van kopers, omdat veel indianen analfabeet zijn of het Spaans niet beheersen.

 

(Wordt Vervolgd, jaargang 25 – nr. 11, november 1992)

 

backterug naar inhoudsopgave