Interviewsketch Zwarte Piet ter discussie
Scenario voor een filmpje in de satirische serie Op De Kist, die ik in 1983 – 1984 maakte samen met Frank Lehr.
Ook toen al was Zwarte Piet omstreden. Filmpjes zijn helaas verloren gegaan.
Interviewer: Goedenavond dames en heren, en voor deze gelegenheid vast ook wel jongens en meisjes! Hartelijk welkom bij ons maandelijkse programma Op De Kist waarin, U weet dat zo langzamerhand wel, steeds één actueel onderwerp aan de kaak wordt gesteld, waarbij één persoon aan de tand wordt gevoeld. Vanavond gaat het over Sinterklaas, die natuurlijk niet zelf aanwezig kan zijn omdat hij het dezer dagen veel te druk heeft. Wél aanwezig is Prof. Dr. Gartenroe, kritische reli-historicus, uit Sint Nicolaasga. Hij is als gastdocent verbonden aan de Universiteit van Paramaribo, met als speciale leeropdracht “Educatief-koloniale tendenzen in de ontwikkeling van middeleeuws-mythologische commercialisatieverschijnselen door de eeuwen heen”. Prof. Gartenroe is echter vooral bekend geworden door zijn populair-wetenschappelijke boeken, zoals ‘O jongens, jongens, ’t is zo’n baas’ en ‘Staat zijn knecht wel te lachen?’
Prof. Gartenroe zal vanavond vragen beantwoorden en stelling nemen in het zogenoemde Pietendebat van de afgelopen maand dat dit jaar veel heviger is losgebarsten dan de voorgaande jaren en waarin de bekende zwart-wit-tegenstellingen veel scherper gecontrasteerd zijn geraakt. Is er werkelijk sprake van instandhouding, ja toename van discriminatie bij een voortzetting van de slaafse rol van onze gekleurde medemens in dienst van de goedheiligman? Of moeten we niet zeuren – zoals veel progressieve minderhedenvriendelijke schoolbesturen blijkens de instelling van een alternatief Sinterklaasfeest nu juist wél doen – en alles gewoon bij het oude laten uit traditioneel besef en waardering voor het volkseigene van onze voorvaderen? Ziedaar enkele van de brandende kwesties die ongetwijfeld in ons vragenvuur zullen worden geworpen.
(zeer korte pauze, wendt zich dan tot de typisch slordig uitgedoste huiskamergeleerde die zelfs in Suriname geen lekker kleurtje heeft gekregen)
Interviewer: Goedenavond Professor Gartenroe ! Hartelijk welkom bij Op De Kist, want U, als bij uitstek deskundige op dit netelige terrein vol voetangels en klemmen van etnische makelij, U zult ons ongetwijfeld op enkele gepeperde uitspraken kunnen trakteren die ons hopelijk een heerlijk avondje zullen bezorgen.
Mijn eerste vraag: Hoe beleeft U nou deze voor U toch zeker hoogtijdagen van het jaar?
Prof. Gartenroe. Hard werken. Vermoeiend. Buitengewoon vermoeiend. En ondankbaar. Kijk, het is natuurlijk leuk om in de belangstelling te staan, ook als wetenschapper, maar het is het hele jaar niks, en dan inééns, één maand lang, een gekkenhuis. Lezingen, spreekbeurten, interviews voor radio en tv en in kranten en tijdschriften, en natuurlijk discussiepanels, niet te vergeten. Compleet mesjokke allemaal. Ik baal d’r stevig van, al worden er wel lekker veel boeken van me verkocht, iedere keer als m’n kop weer eens op de buis is geweest. Nou ja, mag ik ook eens wat verdienen met dat armetierige ambtenarensalarisje van me.
Interviewer. Het is dus niet alles suikergoed en marsepein wat de pot schaft voor U zo rond 5 december?
Prof. Gartenroe. Precies!, maar het is nogal dubbel allemaal. Kijk, je kan het zwart zien en je kan het wit zien. Enerzijds ben ik dus heden blij, o zo blij zelfs, vanwege poentje in mijn schoentje, maar anderzijds erger ik me groen en geel aan dat belachelijke gedoe rond zwart en wit, het begint zo langzamerhand wel een regenboog te lijken. Maar terzake, U wou vast iets van me weten.
Interviewer. Inderdaad. Hoe staat U tegenover het afschaffen van Zwarte Piet, om – zoals voorstanders van deze maatregel bepleiten – onze jeugd voor de toekomst, waarvan zij toch de futuristische bestuurders dan wel bestuurden zullen zijn, beter voor te bereiden op een aanzienlijke afbouw van discriminerende factoren ten aanzien van de gekleurde medemens, die toch door middel van de huidige geboorteniveaus best wel eens over niet al te lange tijd geen minderheid zou kunnen zijn.?
Prof. Gartenroe. Wat? Ik begrijp geen zier van wat U zegt. Kunt U uw vraag nog eens herhalen, maar dan zo dat ook een eenvoudige professor hem, net als de kijkers thuis, kan begrijpen?
Interviewer. Maar natuurlijk.. Hoe staat U tegenover het afschaffen van Zwarte Piet, om – zoals voorstanders van deze maatregel bepleiten – onze jeugd voor de toekomst, waarvan zij toch de futuristische bestuurders dan wel bestuurden zullen zijn, beter voor te bereiden op een aanzienlijke afbouw van discriminerende factoren ten aanzien van de gekleurde medemens, die toch door middel van de huidige geboorteniveaus best wel eens over niet al te lange tijd geen minderheid zou kunnen zijn.?
Prof. Gartenroe. Ah, zo bedoelt U. Ik vat ‘m. Allemaal onzin! Kijk, met 5 december is er altijd al geklooi geweest. Eerst waren er de kritische ouders die met hun acties zielige kindergebitjes wilden redden. Daarna trok het linkse volkje van leer tegen de door de kapitalistische middenstand opgelegde consumptiedwang. Toen kreeg je de feministische golf die de bisschop, hoewel die nota bene altijd al een jurk heeft gedragen, ook nog de ballen onder zijn lijf vandaan wilde schoppen en hem, ik bedoel haar, in het vervolg Sinterklazina wilde noemen. En nu dit weer. Allemaal onzin dus.
Interviewer. Maar professor! U kunt deze door velen tegenwoordig als duidelijk steekhoudend beschouwde argumenten in een steeds verder verruwende samenleving, ook moreel-ethisch, toch niet zomaar afdoen met dergelijke gratuite en misschien zelfs denigrerend klinkende opmerkingen aan het adres van het puikje van onze veranderingsgezinde medeburgers….
Prof. Gartenroe. Oh nee? Kijk, met een béétje reli-historisch besef zul je toch moeten toegeven dat wereldverbeteraars altijd al op hun bek zijn gegaan. Goed, ik kan niet bewijzen dat God geen vrouw is geweest, maar Zijn zoon, die een paar duizend jaar geleden al dergelijke mooie praatjes probeerde te verkopen, werd al gauw aan de paal gespijkerd, en geloof me, als Jezus tieten had gehad, was dat zeker de Romeinse soldaten opgevallen toen hij daar zo in zijn lendedoekje hing. En dan hadden al die plaatjes van hem, die eeuwenlang de kunsten gedomineerd hebben, er zeker ook heel anders uitgezien, geloof dat maar. Kijk, ik heb het hele zootje aan een grondig onderzoek onderworpen, al die kronieken en beelden en schilderijen, Dat waren er, even kijken (kijkt op zijn blocnote), 174.361, tot nog toe, en er is vast wel weer iemand bezig dit getal op te hogen. Dat is één. En wat betreft dat kapitalistische middenstandskomplot – ha, het lijkt me wel genoeg als U beseft dat het socialisme en daarmee ook het kapitalisme net een eeuwtje of zo oud is. En hoelang denkt U dat Sinterklaas al bestaat? Dat is dus twee.
(Neemt even slokje water uit de bak die naast de schoen staat waar een wortel uit steekt en een pluk hooi. Interviewer probeert er vergeefs tussen te komen).
Es kijken. Wat zei ik nog meer dat er waren geweest aan raddraaiers. Oja, ik weet het alweer. De kindergebitjes. De ouders dáárvan zijn al helemáál een stelletje schizofrene huilebalken en uilskuikens. Als die echt zo begaan zouden zijn met hun bloedjes van kinderen zoals ze beweren, dan zouden ze helemaal geen kinderen hebben mogen krijgen in deze apocalyptische tijden van gifbelten, gaswolken, kerngolven en andere kankerverwekkende ozongaten. Dat zou pas consequent zijn! Maar nee hoor, daar hoef je bij deze oogkleppende slijmjurken niet mee aan te komen. Welnee, die maken zich alleen maar zorgen om één minuscuul suikergaatje in een kindergebitje. En dan denk ik altijd maar: “een kindertand is gauw gevuld!” En dat is dus drie. Blijft over vier, de laatste groep amokmakers, en meteen ook de ergste. Discriminatie! Ammehoela! Daar wil ik het eigenlijk niet eens over hebben, zo belachelijk vind ik dat! Ik zal volstaan met een paar identieke voorbeelden.
(Hier begint het publiek reeds langzaam verstoord te morrren)
Neem ondergoed. Dat moet verboden worden. Ook het dragen ervan, al is controle natuurlijk niet makkelijk. Ja, inderdaad, het dragen van ondergoed houdt mede ondergeschiktheid, onderdanigheid en het geloof aan de onderwereld in stand. Wederom discriminatie dus. Sterker nog, het woord “onder” moet uit het woordenboek geschrapt worden evenals alle samenstellingen ermee, en ook het zeggen ervan moet verboden worden. Dat is noodzakelijk. Vat U? Of neem honden. Niet alleen schijten ze de hele boel onder, excusez le mot, wat dus op zich al reden genoeg is om ze te verbieden, nee, honden bevorderen hoogmoedswaanzin en bevelsgeilheid en dus de neiging anderen te willen onder … èh…drukken. Weg ermee dus., met die honden, waarop de mens zijn meest liederlijke gevoelens kan uitleven, want Hitler enzo is het gevolg. Begrijp U wel? Of neem ten slotte bijvoorbeeld kinderen. Waarom krijgen mensen eigenlijk nog kinderen, nu het niet meer hoeft? Juist, ik kan aan U zien dat U het begrepen heeft. Om dezelfde reden waarom ze een hond nemen. En er zijn nog meer parallellen. Ook kinderen schijten in het begin de boel …. nou ja, ik kan dat woord niet meer uit mijn strot krijgen. Kinderen moeten dus verboden worden. Zo, en dan zijn we gelijk van dat hele Sinterklaas- en Pietenprobleem af, niet waar. En dat was vier. Zo…. Zo …. Nog meer vragen? Nee toch, hoop ik? Of ben ik niet duidelijk genoeg geweest?!
Interviewer. Ehhhh … (Staat volkomen paf. Kan niet meer uit zijn woorden komen. Hakkelt dus maar wat onverstaanbare brokken , waaruit je bewondering en dankbaarheid zou kunnen opmaken, naast de vanzelfsprekende verbazing. Uiteraard zijn voor- en tegenstanders van welke categorie dan ook inmiddels met elkaar op de vuist gegaan. We zien de professor schielijk er van tussen knijpen zolang het nog kan).