Door Joop Heij
Hoofdstuk 17: Nevelen der toekomst
De verandering die Harmens leven met het zetten van deze beslissende stap onderging was kolossaal. De hoogspanning van gloedvolle verwachting die zijn gedisciplineerde arbeid hem had verschaft, viel weg om plaats te maken voor de hoogspanning van gloedvolle verwachting omtrent het lot van zijn geesteskinderen. Een spanning die als schier onverdraagbaar werd ervaren doordat hij deze tijdsspanne in volstrekte ledigheid moest ondergaan. Zijn werk zat er voorlopig op, nu nog iets ondernemen zou volstrekt zinloos zijn. Binnen enkele dagen al viel Harmen dan ook ten prooi aan een depressie van diep formaat, waarbij vergeleken zijn gemoedstoestand in de week na de nederlaag tijdens de PMZW-studiedagen slechts kinderspel was geweest. Het was niet zo dat hij aan het twijfelen sloeg over de juistheid en het visionaire karakter van zijn ideeën. Dat was het niet. Die ideeën an sich waren ook niet het belangrijkste, geen doel op zich in ieder geval, ze waren eerder een hulpmiddel voor het bereiken van een ander doel. Dat doel was wél belangrijk. Dat doel was het waar het hem uiteindelijk om begonnen was. En juist de onzekerheid over het bereiken van dat uiteindelijke doel knaagde zozeer aan hem dat hij wederom aan gevoelens van ernstige vertwijfeling onderhevig was. Was hij er wel in geslaagd het meest feilloze en succes garanderende middel te vinden dat zich in deze kommervolle tijden aan het zich een weg naar de top banende individu aanbood? Had hij inderdaad de vinger weten te leggen op de zeerste plek van deze verziekte samenleving? Of – wat belangrijker was en bovendien een betere formulering van waar het om ging – had hij het echt het wondermiddel (goed, goed, een paardenmiddel ook) gevonden in zijn laboratorium of labyrint van de menselijke geest? Had hij echt de toverkuur ontwikkeld die de ongeneeslijk zieke patiënt kon redden van een wisse dood? Zou hij inderdaad in de annalen der mensheid geboekstaafd worden als de grote redder van de geordende samenleving, de kampioen der kampen, of (om het volgens de huidige opvattingen wat eufemistischer te formuleren) als de Centrale Coördinator? Of, naar analogie van een eeen historisch principe á la Karel de Kale, als Harmen de Herverdeler, waarbij de geuzennaam Harmen Houwdegen niet uit te sluiten viel? Zóu hij er wel in slagen ooit boven het niveau van ordinaire Projekt-ontwikkelaar uit te stijgen?
Omdat dergelijke vragen in dit stadium niet beantwoord konden worden werd Harmens depressie dieper en dieper, zodat hij uiteindelijk verzonk in een schemerduister waarin überhaupt geen vragen van deze soort meer opdoken. Wel stond hij bloot aan een vreselijke onrust, die hem dwong topt lang vergeten activiteiten, die nochtans geen opmonterende invloed hadden. Net als vroeger begon hij uit te gaan om oppervlakkige relaties met mensen aan te knopen, maar zelfs dat bleek niet meer mogelijk. Hij had hen niets te vertellen en zij hem niet.
*
Nu hij niets maar dan ook niets meer omhanden had en ieder door hem begeerd contact het liet afweten omdat hij al te vaak alle schepen achter zich had verbrand, raakte hij alleen maar sterker in de greep van de maalstroom die daar beneden aan hem trok. Gezelschap bleek alleen nog maar te koop, en uiteindelijk restte slechts de troosteloze vergetelheid van de drankverdoving, waardoor de neerwaartse spiraal nog aanmerkelijk versterkt werd.
Het zou dan ook niet denkbeeldig of verwonderlijk zijn geweest als Harmen ten slotte letterlijk in het niets was verdwenen, met als gevolg dat zijn geschiedenis als een nachtkaars was uitgegaan, zoals met de chronique personnelle van de meeste mensen het geval is. En in dat geval zou deze geschiedenis derhalve niets meer geweest zijn dan een al dan niet treffende en symbolische illustratie van het leven, streven en sneven, van het zinloze lot van de enkeling.
Maar wees gerust, een dergelijk wreed en onrechtvaardig lot was Harmen Grootzien niet beschoren. Zijn inspanningen, zijn ideeën, zijn doelstellingen werden wel degelijk opgemerkt door degenen op wie de verschrikkelijke druk rustte het volk en het land in deze moeilijke tijden naar vermogen te bestieren. Men wijdde er zelfs na koortsachtig vooroverleg een geheime kabinetszitting aan. Na diepgaande debatten kwam men tot een unanieme stellingname, ook al is niet precies duidelijk of iedereen het in het diepst van zijn hart wel met het genomen besluit eens was. Men besloot over te gaan tot de enig juiste maatregel die voor dit geval in aanmerking kwam.
Lees verder: Hoofdstuk 18: De triomftocht